Regeerakkoord: Ontslagrecht hervormd

Het ontslagrecht wordt hervormd. Werkgevers kunnen personeel sneller ontslaan en zijn dan een ‘transitiebudget’ verschuldigd van maximaal vier maandsalarissen. Als de werkgever dit niet kan betalen, dan hoeft dit niet.

• Maximaal 24 maanden WW
• Maximaal 75.000 euro ontslagvergoeding
• Preventieve UWV-toets vervalt


Dit blijkt uit het regeerakkoord Bruggen slaan, dat Rutte en Samsom gisteren hebben gepresenteerd. De coalitiepartners schrijven: “Werk blijft de snelste route naar een goed inkomen en economische zelfstandigheid. Dat moet lonen. En werk moet fatsoenlijk zijn. Dus verkleinen wij de verschillen tussen flexibel en vast werk. Na ontslag staat alles in het teken van het vinden van nieuw werk. We accepteren niet dat mensen onnodig thuis zitten en spreken daar zowel hen als de werkgevers op aan.”

Reactie CNV

CNV voorzitter Jaap Smit over de nieuwe aanpak: ,,Het regeerakkoord oogt snoeihard. Het kabinet gaat de komende jaren flink bezuinigen en dat raakt iedereen. Dat wisten we. Het heeft geen zin tegen elke maatregel te zijn. Voor het CNV is het de vraag of de pijn op een eerlijke manier wordt verdeeld.

In de aanpak van de crisis pleit het CNV al geruime tijd voor hervormingen in plaats van botte bezuinigingen. Hervormen kunnen niet zonder draagvlak. Ik ben dan ook blij dat het kabinet ervoor lijkt te kiezen het gesprek aan te gaan met de sociale partners.

Wat betreft de woningmarkt hebben Rutte en Samsom het begrepen. De plannen voor de ww, de ziektewet en het ontslagrecht moeten wel beter.”
 
‘Werking arbeidsmarkt moet beter
VVD en PvdA vinden dat de werking van de arbeidsmarkt voor alle werknemers verder moet worden verbeterd. De plannen zoals omschreven in het akkoord:
• We handhaven de preventieve ontslagtoets in de vorm van een verplichte adviesaanvraag aan de Uitvoeringsorganisatie Werknemersverzekeringen (UWV). Criteria voor rechtmatig ontslag worden nauwkeurig omschreven. De parallelle route via de kantonrechter vervalt. Het UWV gaat het overgrote deel van de aanvragen binnen vier weken afhandelen (nu zes weken).
• Bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen blijft het UWV dezelfde toetsingscriteria hanteren als tot nu toe. Werkgevers zullen een transitiebudget moeten betalen, tenzij het ontslag ingegeven is door de slechte financiële situatie van de werkgever en de werkgever failliet zal gaan als hij aan die verplichting moet voldoen.

Preventieve UWV-toets vervalt
• De preventieve UWV-toets vervalt als in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is voorzien in een qua inhoud en snelheid vergelijkbare procedure. • Een werkgever kan zich tot de rechter wenden als hij iemand wil ontslaan in strijd met het opzegverbod, of een tijdelijk contract wil ontbinden terwijl de
arbeidsovereenkomst die mogelijkheid niet biedt.
• Een ontslagen werknemer kan zich tot de rechter wenden. Die zal het UWV-advies zwaar laten wegen. De toetsingscriteria voor de rechter worden identiek aan de criteria die het UWV toepast voor een werkgever.

Maximaal 75.000 euro ontslagvergoeding
• Indien de rechter een ontslag onterecht vindt of in hoofdzaak aan de werkgever te wijten, kan hij een vergoeding toekennen. Indien de werkgever is afgeweken van een negatief ontslagadvies van het UWV, kan de rechter het ontslag ook ongedaan maken. De ontslagvergoeding bedraagt maximaal een half maandsalaris per dienstjaar, met een grens van 75.000 euro. Er is geen mogelijkheid tot hoger beroep.
• Werknemers hebben bij ontslag in de periode tussen twee banen recht op de volgende
voorzieningen. Allereerst de bestaande wettelijke opzegtermijn van één tot vier maanden, afhankelijk van de duur van het dienstverband. Daarnaast is de werkgever bij onvrijwillig ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract van minstens een jaar een vergoeding voor scholing in de vorm van een transitiebudget verschuldigd. De omvang van dit budget bedraagt een kwart maandsalaris per
dienstjaar met een maximum van vier maandsalarissen.

Maximaal 24 maanden WW

• De duur van de WW-uitkering wordt maximaal 24 maanden: 12 maanden gerelateerd aan het laatstverdiende loon en 12 maanden gerelateerd aan het wettelijk minimumloon. In de eerste tien jaar bouwen werknemers per gewerkt jaar één maand WW-recht op, daarna een halve maand per gewerkt jaar. Bestaande rechten voor wat betreft de opgebouwde jaren worden binnen het maximum van de nieuwe systematiek gerespecteerd.

Meer informatie over outplacement leest u op Outplacement Verzekering.